Structuur: een dynamisch proces
|
v Inleiding: Omgekeerd redeneren |
v De elementen van het menselijk systeem |
v
Vier stellingen Dynamiek in het proces Terugkoppeling: een cyclisch proces |
v
Opbouw van het proces: de fasen tabellen met meer details van het proces > aparte pagina Voorbeeld: omgaan met mannen, of omgaan met vrouwen |
v Wat kunnen we hier nu mee? |
v Zoeken: begrippen betreffende STRUCTUUR |
^ |
Omgekeerd redenerenHet is mijn bedoeling om de structuur van het menselijk systeem te onderzoeken. Het
doel mag duidelijk zijn: ik wil een methode vinden die het mogelijk maakt om individuele
mensen te beschrijven. In ZZZ 3 heb ik een typisch organisch proces, namelijk een
eetproces, onderzocht en gevonden dat het als model kan dienen voor mijn onderzoek. In
deze zine werk ik in omgekeerde richting. Ik begin met de reconstructie van het
onderliggende proces, in de standaardvorm, logisch redenerend vanuit de meest wezenlijke
en meest menselijke begrippen die ik heb kunnen vinden. Eerst wordt het bouwmateriaal
gepresenteerd, met behulp daarvan kunnen de fasen van het proces worden geconstrueerd, en
vervolgens zal ik het geheel (de fasen) samenvoegen en in een voorbeeld uitwerken. |
^ |
De elementen van het menselijk systeemDe bouwmaterialen bestaan uit een aantal ideeën en kernbegrippen uit de filosofie, maar niet alleen daaruit. Voor dit moment is het voldoende om deze alleen te noemen, en dan verder te gaan met de stellingen die op mijn interpretatie van de kernbegrippen zijn gebaseerd. Wanneer nodig zal ik er later dieper op ingaan.
Een mens wordt wel omschreven als een organisme (of als een programma) dat zichzelf moet ontwikkelen. Het woord ontwikkelen geeft aan dat het resultaat of dat wat we willen bereiken er al is, in ingewikkelde vorm. Binnen een systeem wordt informatie verwerkt: 'Bewustzijn is een specifiek geval [ noot ] van de manier waarop informatie binnen het systeem beweegt of wordt verwerkt' [ noot ]. Bewustzijn [ noot ] heeft te maken met de manier waarop iemand omgaat met de omgeving. Bewustzijn houdt altijd een verschuiving van logische orden in, want het betekent dat 'je weet dat je weet'. |
^ |
Dit alles heeft een aanwijsbare rol gespeeld bij de formulering van de volgende - stellingen: - |
1. innerlijke noodzaak De eigenheid van ieder uniek en individueel mens berust op innerlijke noodzaak, is bij voorbaat gegeven. De eigenheid bestaat uit de innerlijke ruimte-tijd die voorwaarden en capaciteiten omvat. |
2. dynamiek: twee richtingen open / ervarend, en terugkoppeling De eigenheid heeft zowel de behoefte zich te ontwikkelen en zich uit te drukken, als een drang tot zelfbehoud en bescherming. De eerste vereist openheid van de innerlijke ruimte-tijd voor de omgeving. Om zich uit te kunnen drukken moet de eigenheid worden geconcretiseerd in een omgeving: de voorwaarden worden geconcretiseerd als doelen, de capaciteiten worden ontwikkeld tot bekwaamheden. De uit aanwezigheid in een omgeving volgende afhankelijkheid (zowel reële als vermeende afhankelijkheid) is de bron van ervaring, die op zijn beurt nodig is voor de ontwikkeling van capaciteiten en de concretisering van voorwaarden. Openheid en geslotenheid tegenover de omgeving worden bepaald door de eigenheid: de ervaring wordt samen met voorwaarden en capaciteiten in de innerlijke context opgenomen. De interpretatie van de ervaring wordt, bepaald door de innerlijke ruimte-tijd, in de innerlijke context 'gewikkeld' en pas 'ontwikkeld' als de tijd daar is. Anders gezegd: de openheid naar de omgeving, de interpretatie ervan, en het gebruik van voorwaarden en capaciteiten worden bepaald door de innerlijke ruimte-tijd. We zien een zelfbepaald proces van voortdurende wisselwerking of reciprociteit met een omgeving, en van terugkoppeling naar hetgeen eerder is ervaren. |
^ | |
![]() |
fig. 1. dynamiek De dynamiek die nodig is voor ervaring, terugkoppeling en ontwikkeling, komt neer op een voortdurende richtingverandering. Vanuit de eigen innerlijke ruimte-tijd gericht zijn naar de omgeving in openheid, en vice versa gericht zijn naar eigen innerlijke ruimte-tijd in ervaren (aandacht, intimiteit). aan de linkerzijde: impulsen en verschillen, |
.. |
3. vier elementen: |
activiteit - waarde - verschil - innerlijke context |
Het dynamische contact van de innerlijke ruimte-tijd van een mens met de
situatie in de omgeving (een andere ruimte-tijd) bestaat uit vier elementen. Ze hebben
deze logische volgorde: 1) activiteit - ruimtelijke beweging in de omgeving's ruimte-tijd,
wordt gevolgd door 2) waarde - betrokkenheid van het tijdschema van de innerlijke
ruimte-tijd, daarop volgt mogelijk tussen beide 3) verschil - kennis in de tijd in termen
van de omgeving's ruimte-tijd, en tenslotte komt 4) de context - reactie in ruimtelijke
beweging in de innerlijke ruimte-tijd aan de orde. |
|
4. drie vormen van activiteit: | oproepen - antwoorden - relateren |
Tijdens de contacten in dynamische afwisseling tussen de innerlijke
ruimte-tijd van een mens met de omgeving moeten er activiteiten plaatsvinden alvorens enig
resultaat kan worden opgenomen als ervaring. De activiteit vindt plaats in drie vormen:
these, antithese en synthese. We gebruiken werkwoorden om de vorm aan te geven: a.
oproepen of maken, b. antwoorden of nemen en c. relateren of verwerken. |
|
samenvatting: | |
Als we de vier elementen op drie manieren willen hanteren, hebben we
twaalf fasen nodig. Om aan de eis van terugkoppeling, nodig om ervaring te kunnen
gebruiken, te kunnen voldoen laten we de laatste en de eerste fase op elkaar aansluiten [ noot ]. Zo hebben wij nu
een structuur gecreëerd die gebaseerd is op een cyclisch proces met twaalf fasen. |
|
^ | |
fig. 2. terugkoppeling Het cyclisch proces, de cirkel met twaalf fasen, afwisselend activerend en verwerkend van aard. Terugkoppeling, nodig om uit ervaring te leren, is mogelijk doordat het einde (en subdoel) aansluit op het begin. |
![]() |
.. |
^ |
Opbouw van het proces: de fasenMet behulp van de concrete begrippen die in de stellingen zijn gegeven gaan we nu het proces opbouwen. Ons basismateriaal bestaat uit vier elementen, uit drie werkwoorden, en twee dynamische richtingen. We gaan proberen om met dat basismateriaal zinnetjes te vormen die de fasen, de onderdelen van het basisproces beschrijven. Een paar voorbeelden van de manier waarop we er zinnetjes mee kunnen vormen:
Opgemerkt moet nog worden dat het proces zich cumulatief ontwikkelt, het wordt steeds complexer. Anders gezegd: de volgende fase omvat altijd de vorige. Het vierde zinnetje wordt dan: "In de wisselwerking met mijn omgeving betrek ik mijn innerlijke context (of niet), door vanuit mijn voorwaarden mijn eigen weg te gaan (of niet) kan ik een concrete (en bewuste) basis vormen (of niet)". |
Het proces kan op diverse manieren worden onderverdeeld in groepen van verschillende
aantallen fasen. Als we een grote groep van bijvoorbeeld zes fasen zouden nemen, de helft
van de cirkel, dan zou de andere groep een spiegeling ervan zijn. Het karakter is dat van complementen. De details van de mogelijke combinaties van fasen die de structuur biedt zijn samengebracht op een aparte pagina met tabellen en figuren. |
^ |
Voorbeeld: het proces- omgaan met mannen, of omgaan met vrouwenDe man of de vrouw kan iemand op het werk of in een winkel zijn, iemand die een klusje komt doen, de baas, een collega of een geliefde zijn. Het proces beschrijft ook mijn assertief zijn, respectievelijk mijn afwachtend met initiatieven van anderen omgaan.
Als ons gedrag niet het resultaat oplevert dat we ervan verwachtten zijn we, anders dan in het voorbeeld van het eten van een appel in ZZZ 3, in staat om te 'herkauwen'. Ik kan teruggaan naar de eerste fase en mij afvragen wat mijn doel precies was (fase 2), welke weg ik daarna ingeslagen ben (3) en in welke fase het daarna mis kan zijn gegaan. Ik kan mij afvragen wat ik van deze man of vrouw verwacht, wat ik van mannen of vrouwen in het algemeen verwacht en welke fasen ik misschien heb overgeslagen in de loop van het proces. In geval van een ongewenste situatie na het eten van bepaald voedsel kunnen we, net zo
min als in dit voorbeeld, de feiten terugdraaien maar wel in het vervolg zorgvuldiger
kauwen en proeven (fase 1) en alert blijven op allergische reacties van ons lichaam. |
^ |
Wat kunnen we hier nu mee?Ik heb in deze zine enige uitgangspunten geformuleerd. Met behulp daarvan heb ik
bouwstenen gevormd, deze gebruikt om de fasen van het onderliggende proces te construeren
en tenslotte de fasen in detail uitgewerkt in een voorbeeld. Het heeft materiaal
opgeleverd voor een eerste aanzet tot een voor ons doel geschikte taal, een beschrijving
van het bewustwordingsproces en een systeem van mogelijke interne verbindingen (zie ook de
tabellen en de trefwoordenlijst).
|
Een wel zeer belangrijk proces is het beginproces dat, aangevuld met een filtering of
kleuring, beginpatroon wordt (zie het overzicht van de
patronenlijn). De instrumenten hebben een plaats binnen de kleuring die door tijd en
plaats is bepaald. Daarmee wordt het individuele patroon zichtbaar. Voor zowel de
filtering of kleuring als voor de instrumenten moeten we meer te weten zien te komen over
de innerlijke ruimte-tijd van de eigenheid. Dat zal de volgende keer in deze serie over
structuur aan de orde komen. |