'Vader worden'
|
v Wie was de echte mens achter de geïdealiseerde vader? |
v Verhaal: 'Een man van principes' |
v
Bespreking van het verhaal: De relateer- en overdrachtsfunctie |
v Verhaal: 'Waarden; oprispingen als eerste pogingen om mezelf te besturen?' |
v
Bespreking van mijn eigen ervaringen: Januari 1945: relateer-, zelfbesturings-, consistentie- en ondersteuningsfuncties Oktober 1953: zelfbesturings-, consistentie- en verwijderfuncties |
v Wat doe ik hier nu mee? Werken met luchtbellen en vruchtensap |
^ |
Wie was de echte mens achter de geïdealiseerde vader?Zoals ik in het begin van de tocht al opmerkte zijn botsingen erg interessant als je
jezelf beter wilt leren kennen. De verhalen hebben dat wel bevestigd. In mijn verhalen tot
nu toe nam moeder de belangrijkste plaats in, ook al meende ik als ik met een verhaal
begon dat het over vader zou gaan. Ik heb me er over verbaasd dat ik mij niet veel
persoonlijks over mijn vader herinner. Misschien omdat we geen echte botsingen hadden.
Toen hij was gestorven ben ik achtergebleven met een vraag. Door het geïdealiseerde beeld
dat ik van hem had was het een onduidelijke vraag waar ik mij ook maar gedeeltelijk bewust
van was. Deze keer wil ik hem centraal stellen in nog een poging het beeld dat ik van hem
heb te belichten. Mogelijk komt nu meer van de echte man in beeld. |
^ |
Een man van principes'Zeker, vader was een erg positief en enthousiast mens met een levendig gevoel voor humor en een onafhankelijke, kritische geest. Hij had vrienden van allerlei rangen en standen en omdat hij op diverse terreinen actief was genoot hij veel aanzien. Hij kon zich erg boos maken als iemand onrecht werd aangedaan want hij had een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Maar tegen het eind van zijn leven leek hij erg ontgoocheld en teleurgesteld door onrechtvaardigheid die hij ervoer. In de loop van 1944 had vader twee operaties ondergaan en was met open TBC uit het ziekenhuis naar huis gekomen. De maanden voor en rond de bevrijding van Breda in oktober van dat jaar was hij zwak en kwetsbaar maar daarna knapte hij weer op. Het begon met korte wandelingen en geleidelijk leek hij weer vertrouwen in de toekomst te krijgen. Kort na de bevrijding in oktober 1944 van het zuiden van Nederland zocht het Amerikaanse bedrijf Coca Cola contact met limonadefabrikanten in het pas bevrijde gebied. Zij waren van plan een grote bottelarij te bouwen in Midden Brabant waar de cola in licentie zou worden geproduceerd en zij zochten een bedrijfsleider. Vader werd net als andere collega's uitgenodigd voor een gesprek en was blijkbaar een serieus gegadigde. Hij won informatie in en zo werd het duidelijk dat het recept waarmee moest worden gewerkt geheim was en zou blijven. Hij zou iets moeten produceren waarvan hij de kwaliteit niet zou kennen. Moeder vertelde later dat zij in die tijd cola had geproefd maar het niet lekker vond. Het moederbedrijf zou het basismengsel aanleveren en in het Nederlandse bedrijf zou dat worden gemengd met water en koolzuur, worden gebotteld en verhandeld. Hij zou financiële zekerheid krijgen voor zijn gezin maar zijn zelfstandigheid verliezen. Vader en moeder overlegden of zij dit wilden en om principiële redenen zeiden ze nee: ze zouden niet kunnen werken met een product waarvan zij de kwaliteit niet kenden. De zekerheid die daar tegenover stond kon hun blijkbaar niet verleiden. Ongeveer in diezelfde tijd, in de tijd na de bevrijding toen zijn gezondheid vooruit
leek te gaan, vond een belangrijke gebeurtenis plaats. Vader wist dat hij niet bij machte was om nog voor zijn gezin te zorgen. Geleidelijk
aan verergerde zijn ziekte. Hij raakte daardoor nagenoeg afgesloten van zijn vele vrienden
van bridge-, biljart- en kegelclub, van de kontakten die bij zijn bestuurs- en
maatschappelijke functies hoorden en van de relaties met klanten. Buiten moeder, zuster
Barbara en dokter Houben was hij ook letterlijk zonder fysieke kontakten door de TBC
waarvan hij toen wist dat hij er langzaam aan zou sterven. Hij wist dat hij alles zou
moeten opgeven en zijn gezin achterlaten in een onzekere situatie. |
^ | |
Dit deel nu even overslaan? | |
Bespreking van het verhaal |
|
Zoals sinds de laatste twee zines gebruikelijk is geworden, bespreek ik per keer een of meer van de functies, die ieder proces ter beschikking staan, vanuit de plaats die zij in mijn leven innemen. Deze keer wil ik het (sub-)proces van relateren en overdragen of analyseren centraal stellen. Juist bij het onderzoeken van communicatie is het belangrijk om, behalve alle aspecten van Mercurius, ook alle andere eraan gerelateerde factoren te bestuderen. Ik zal, om het beeld van mijn relateren en - in mijn geval - overdragen te completeren, in het kort naar het teken TWEELINGEN en de 3e fase gaan kijken. Het is opmerkelijk maar niet verwonderlijk dat deze beide ook betrokken zijn bij de transits tijdens de beschreven gebeurtenissen. |
Beknopte toelichting op de informatie |
Begrippen en symbolen (beweeg de cursor over de link) |
^ | |
Vragen, luisteren, vergelijken; kortom: relateren en overdragen.Mercurius is het begin- en eindpunt van het proces van relateren, van overdragen of analyseren. In mijn geval, met Mercurius voor de Zon uitgaande, gaat de werking van de functie meer in de richting van een extravert vragend relateren en overdragen, dan introvert luisterend relateren en analyseren zoals bij Mercurius die achter de Zon staat het geval is. De kaart van het proces van mijn benadering van de omgeving (beweeg de muis over het
plaatje) geeft aan dat ik de relateerfunctie actief kan inzetten in de vierde fase
daarvan. De aspecten die de relateer- en overdrachtsfunctie maakt verbinden hem met
Venus en met nog drie andere functies in de achtste en negende fase van het eigen proces.
Kort samengevat komt het erop neer dat ik, als een geheel samenwerkend met de
aanpassingsfunctie en op een krachtige manier de aanwezigheidsfunctie inzettend, mijn
kennis steeds aan nieuwe informatie relateer en uitwissel in mijn buitenwereld. In
wisselwerking met de activeringsfunctie interpreteer ik, in een latere cyclus van het
proces, mijn kennis tot ik begrip ontwikkel waarmee ik, natuurlijk in een nog weer latere
cyclus, in wisselwerking met de integreerfunctie mijn keuzes gedetailleerd kan uitwerken. |
Mercurius of de relateerfunctie:Vanuit MERCURIUS of de relateerfunctie gezien, bevindt de Ascendant zich in SCHORPIOEN, in de 9e fase die als geheel bepaald wordt door de WEEGSCHAAL-kleuring; omgekeerd, vanuit de ASCENDANT of de aanwezigheidsfunctie
gezien, bevindt Mercurius (primair) zich in de 4e fase - samen met VENUS
(primair) en SATURNUS. |
- Mijn extraverte functie van relateren en overdragen begint dit
proces om haar doel van grenzen afbakenen te bereiken, met
zich open te stellen voor informatie over gelijkwaardigheid, dat is te zeggen, over de
werking van sociaal verkeer. Het potentieel van de functie wordt aangevuld door de volgende verbindingen:
|
- MERCURIUS (primair), begin- en eindpunt van het proces van relateren
en overdragen of analyseren, gebruikt, met de 1e fase in WATERMAN, het
WATERMANpatroon. Mercurius is met andere functies verbonden via de volgende aspecten:
|
aanvullende informatie:
|
aanvullende informatie:
|
In het MERCURIUSproces bevinden de planeten Venus (primair) en Saturnus
zich in de 1e fase. Dat houdt in dat zij actief deelnemen aan het
proces; het relateer- en overdrachtsproces als geheel houdt zich bezig met sociale gelijkwaardigheid (Waterman); daarvoor wordt de ondersteuningsfunctie geactiveerd die in de 3e fase energiek initiëert (Ram); daarvoor wordt de initiëringsfunctie ingeschakeld die in de 9e fase, samen met de ASCENDANT, alternatieven (Weegschaal) vergaart; daarvoor wordt de planeet Venus ingeschakeld, waarmee de cirkel rond is. De 3e fase is al betrokken in het relateer- en overdrachtsproces.
Het teken Tweelingen verwijst in dit proces vanuit de 5e fase naar
Mercurius. In die fase bevinden zich geen planeten. |
Hierboven is al aangegeven dat Mercurius (primair) bij zijn functie in de 4e fase
wordt aangevuld door VENUS (primair) en SATURNUS; de 4e fase, en de drie functies, bevinden zich in het teken WATERMAN; dat teken verwijst naar de planeet URANUS in de 6e fase in RAM; dat teken verwijst naar de planeet MARS in de 12e fase in WEEGSCHAAL; dat teken verwijst naar de planeet Venus, waarmee de cirkel rond is. De 3e fase van verschillen onderscheiden en in verband brengen bevindt zich in STEENBOK; dat teken verwijst naar de planeet Saturnus. Het teken TWEELINGEN verwijst vanuit de 8e fase naar
Mercurius. In die fase bevinden zich geen planeten. |
Omdat de planeet Mercurius primair is in mijn geboortekaart zijn vooral de
3e fase en het teken Tweelingen voor het totaalbeeld van relateren en overdragen van
belang. Bij een secundaire Mercurius zou ik de 6e fase en het teken MAAGD speciaal
hebben bestudeerd. Zowel in de 6e fase als in het teken Maagd bevindt zich in mijn
geboortekaart een planeet zodat beide introverte factoren een actieve rol kunnen spelen in
mijn leven. |
^ |
Oprispingen als eerste pogingen om mezelf te besturen?'Ergens in de eerste weken van mijn leerjaren in de bibliotheek werd mij gevraagd om
bij Mevrouw X (de vrouw van de voorzitter van het bibliotheekbestuur) de boeken op te
halen. "Wil jij bij haar langs gaan? Voor jou is het toch niet ver om, wel?" Ik
ben er heen geweest maar daarna ben ik naar de directrice gegaan. Ik heb gezegd dat ik het
niet meer wilde doen en waarom ik dat niet wilde. Tot mijn verbazing reageerde zij
positief op mijn standpunt hoewel ik me nogal gespannen had geuit. Het is mij nooit meer
gevraagd. Is dit dan een principiële houding? Ik voel er een vleug van vader's principe van
gelijkwaardigheid van mensen in. Het is zeker niet slecht voor een beginneling en het
voelt nog steeds goed. Er is een punt waarop ik altijd instinctief heb geprobeerd echt principieel en consequent te handelen. Maar het lukt mij vaak niet om me aan dat plan te houden. Als ik mijzelf betrap op uitspraken als "Dat is een goed portret" of "Het is mooi weer", dan corrigeer ik dat met een aanvullend "... tenminste, dat vind ik". Ik heb mij afgevraagd waarom ik, hoewel er geen algemene maat voor kwaliteit of schoonheid bestaat, toch hardnekkig dat soort vergissing blijf maken en even hardnekkig blijf corrigeren. Ik vermoed dat het een algemeen gebruik is waarmee ik de uitspraak "Ik vind het een goed portret", of "Ik vind het mooi weer" vermijd. Maar waarom vermijd ik, en de meeste mensen om mij heen, dit soort uitspraken? Ik denk dat het komt omdat het niet "hoort" om je persoonlijke mening te geven: "Daar heb je haar weer met haar opvatting". Natuurlijk bedoel je het wel subjectief maar verberg je het achter een meer verhullende, quasi objectieve en afstandelijke vorm alsof je je subjective mening moet verdedigen terwijl het omgekeerde eerder van toepassing is. Ik ben hier al sinds mijn jeugd alert op maar nog steeds, zelfs nu ik weet dat subjectiviteit onvermijdelijk en essentieel is en ik mij er zeker niet voor hoef te schamen, betrap ik mezelf regelmatig. Ik vind "ik vind ..." en "mijn perceptie van ..." nog steeds geforceerd klinken, maar die vormen ervaar ik zeker als meer open en minder betweterig of drammerig. Naar aanleiding hiervan heb ik me wat nader georiënteerd in de gedachtewereld waarin ik opgroeide en over het gebruik van is- en zijn- zinsconstructies [ noot ]. Een ander woord waarmee ik zorgvuldig probeer om te gaan is
"moeten". Als anderen het tegenover mij gebruiken dan reageer ik er fel negatief
op. Het herinnert mij aan moeder's houding en dwingende uitspraken toen ik klein was. |
^ | |
Bespreking van mijn eigen ervaringen |
Dit deel nu even overslaan? |
Om de ontwikkeling van mijn proces te illustreren wil ik nu een
progressietechniek gebruiken, met name de transit op de
geboortekaart. Daarmee loop ik vooruit op de behandeling van progressie
in de tijd in de structuurlijn. Wachten tot het daar is behandeld zou de voortgang hier te
veel ophouden. Daarom deze korte uitleg. De progressie van een proces De toelichtende teksten zijn om redenen van overzichtelijkheid op aparte pagina's
geplaatst. Via een klik op de betreffende figuur zijn ze toegankelijk. |
^ | |
De transits in Breda, januari 1945: |
De transits in Breda, oktober 1953: |
- MERCURIUS (primair) in de 4e fase in WATERMAN,
ontving in die periode
- de ZON in de 3e fase in STEENBOK, ontving in die periode een driehoek-transitaspect van JUPITER vanuit de 11e fase in MAAGD; - SATURNUS in de 4e fase in WATERMAN, ontving een inconjunct-transitaspect van Jupiter vanuit de 11e fase in Maagd; - URANUS
in de 6e
fase in RAM, ontving ook een inconjunct-transitaspect van Jupiter
vanuit de 11e fase in Maagd; |
- de ZON in de 3e fase in STEENBOK,
ontving in die periode een conjunct-transitaspect van de Noordelijke
Maanknoop; - SATURNUS in de 4e fase in WATERMAN, ontving een driehoek-transitaspect van JUPITER vanuit de 8e fase in TWEELINGEN; - PLUTO
in de 9e
fase in KREEFT, ontving een halfsext-transitaspect van Pluto vanuit de
10e
fase in LEEUW; |
De overige functies ontvingen in die periode geen langdurende
transitaspecten. Ik moet hieraan toevoegen dat het hele netwerk van functies in de geboortekaart is betrokken bij een transit. De mate van betrokkenheid is afhankelijk van de exactheid en de directheid van de verbinding in het netwerk. |
^ |
Wat doe ik hier nu mee? Werken met luchtbellen en vruchtensapIk ben mij duidelijk bewust van mijn vooringenomenheid ten opzichte van het drinken van
cola. Ik heb nooit de smaak van cola getest. Toen ik eens een vastgeroest deurslot
gangbaar wilde maken heb ik een flesje gekocht en vastgesteld dat het daar prima geschikt
voor is. Een scheut cola een poosje laten inwerken does the trick. Na die test
leek het mij niet verstandig om mijn maag eraan bloot te stellen. Een andere reden waarom
ik nooit aan cola drinken ben begonnen was waarschijnlijk dat ik altijd heb geprobeerd
onafhankelijk te blijven t.o.v. modes en suggesties zoals 'iedereen doet het dus waarom
jij niet?'. Waarom zou ik? Deze keuze lijkt in mijn leven relatief onbelangrijk te zijn,
voornamelijk als signaal te dienen. Ik denk dat het niet drinken van cola vooral een
monument(je) is voor vader's principiële besluit, dat het mijn trouw aan en solidariteit
met mijn ouders uitdrukt en tegelijk lijkt op een poging mijn eigen weg te gaan,
onafhankelijk van de stroom. Toch, ruim dertig jaar daarna was bij mij een gevoel van vervreemding en van leegte
ontstaan met een crisis als gevolg. Het bleek, achteraf gezien, nodig om de principes waar
ik naar wilde handelen en mijn falen daarin te onderzoeken. Ofwel ontbrak mijn
basisstandpunt, ofwel had het zich niet in alle uithoeken van mijn wezen verspreid om het
in het dagelijks leven toe te kunnen passen. Het is mij nu duidelijk geworden dat het
basisstandpunt wel aanwezig was, maar dat ik zowel over de consequenties daarvan als over
mijn mij hinderende kwetsbaarheden nog veel had te leren. De reconstructie van gebeurtenissen van lang geleden heeft mij een realistischer beeld
van de mens achter de geïdealiseerde vader gegeven. Doordat ik genoodzaakt was om mijzelf
ernstig af te vragen hoe ik in de wereld sta, heb ik ook een realistischer beeld van
mezelf gekregen en een beter inzicht in de ontwikkeling van mijn huidige wereldbeeld en
standpunt. Ik heb mezelf verrast. |