De universele structuur 1:Ontwikkeling in een wereld van ruimtetijd & kwanta
|
v Inleiding: het organisme (wereld/universum/heelal/kosmos) en haar samenhang |
v
De grondbeginselen en ontwikkeling van het organisme, 4 animaties 1. GRONDSLAG van al het zijnde: 12 principes, 6 niveaus/types van relaties 2. FUNCTIE & EIGEN WERELD gezichtspunt: een proces in interactie 3. UNIEKE PROCESSEN: realiseren de functie in onvolledigheid en afhankelijkheid 4. ONTWIKKELING in de TIJD: de rol van fasen en hun karakter |
v
Twee technische kanten van individuele ruimtetijd: de Ascendant, 2
animaties 5. OVERDRACHTSPATRONEN: de ongelijkmatige voortgang van de Ascendant 6. De DRAAIENDE HELLENDE Aarde: het effect ervan boven de poolcirkels |
v Determinatie en Vrijheid: de relatie tussen individu en zijn omgevingen |
v Tot slot |
v Zoeken: begrippen betreffende STRUCTUUR |
v
Koppelingen naar andere zines
|
^
Inleiding: de constructie (wereld/universum/heelal/kosmos) en haar samenhang |
Lang geleden, in prehistorische tijden nadat men was begonnen met samenwerken en
denken, moeten de mensen hebben gezocht naar oriënteringspunten en gemeenschappelijke
punten van houvast die voor samenlevingen en in het daaglijks verkeer van wezenlijk belang
zijn. Men zocht ze in rivieren, oude bomen, verschillen in hoogtes en aan de hemel,
richtte groepen stenen of, later, zelfs complete piramiden op, ontdekte regelmaat,
samenhang en structuur in de wereld, wisselde kennis uit met buren en besloot samen over
maten en normen. Zij merkten een baan op van eenvoudig waarneembare groepen van sterren waarlangs de zon zich, afgemeten aan de seizoenen, bewoog. Zij gaven er namen aan, als dat al niet door zeevaarders was gedaan, en verdeelden die baan in twaalf delen, de dierenriem, om te kunnen meten. Zij namen de twee equinoxen (wanneer dag en nacht even lang duren) waar en begrepen, dank zij vele eeuwen van observatie, ook de precessie, de teruggaande beweging binnen de dierenriem. Maar waarom in twaalf delen? Daar kunnen we alleen maar naar raden, maar het is een feit dat mensen, piramidebouwers, speelden met verschillende grondvlakken en meestal driehoekige zijvlakken. De wiskunde is een oude wetenschap en ik denk dat twaalf het welbewuste uitgangspunt was. In deel 2 van de structuurlijn heb ik enkele voorlopige beginselen geïntroduceerd met het 3x4 principe als de basis voor de structuur. Dat lijkt zich in de praktijk te bewijzen.
|
^ De grondbeginselen en ontwikkeling van het organisme, 4 animatiesDe wereld; de eenheid [ bron ]
van de waarneembare wereld van ruimtetijd en de relatieve wereld van het kwantum, is
gebaseerd op natuurlijke grondbeginselen. Een organisme is een samenstel van interactieve
onderdelen, met een bepaalde functie.
N.B. De in Animatie 1 gepresenteerde beschrijving van de grondslag is volledig en zichzelf corrigerend in de zin dat de verschillende types van relaties de juistheid van de plaatsing van de kernbegrippen bevestigen, of niet. De hier gepresenteerde versie is gebaseerd op algemene en menselijke begrippen en
geschikt als basis voor de beschrijving van processen met een algemeen doel. Voor een
gespecialiseerde wetenschappelijke versie, bijvoorbeeld de structuur van de psychologie,
zouden algemene en passende vaktermen tot een evenwichtig geheel moeten worden
bijeengebracht. Een hond kan zichzelf uitvinden binnen zijn constructie en de grenzen van zijn eigen individuele hondzijn ontdekken door vallen en opstaan, al doende. Hetzelfde geldt voor mensen, gemeenschappen, dingen en contexten; de wereld als geheel blijkt daarin te voorzien. De processen in de animaties 2, 3 en 4 geven duidelijk herkenbaar het in ruimtetijd invariante gezichtspunt (de unieke kwaliteiten) van de waarnemer (deelnemer of gebeurtenis) weer, en tevens de wereld van kwantumrelaties die de individuele ontwikkeling van de taak coördineert. De wisseling van gezichtspunt heen en weer tussen dynamische interactie en dialectische overweging of aard onderscheidt de twee centrale middelen voor de ontwikkeling van processen. Deze wisselingen zijn aangegeven in de achtergrond van de eerste vijf animaties.
|
Animatie 1. GRONDSLAG van al het zijnde:
|
![]() |
De nadruk van de hier aangeboden algemene interpretatie ligt op het menselijk gezichtspunt in samenleving en ontwikkeling, de meest ingewikkelde vorm (wereld) die we ons voor kunnen stellen. De menselijke vorm is ook onmisbaar omdat ervaring met menselijke processen en taal de enige gemeenschappelijke factor is van alle wetenschappers. De structuur van de wereld als geheel kan daarom alleen worden afgeleid vanuit de meest complexe kennis die iedereen van nature ter beschikking staat en vanuit de open vorm daarvan. Vanwege het letterlijk alomvattende uitzicht en mijn bedoeling een objectieve, natuurlijke en begrijpelijke verzameling begrippen te presenteren, heb ik zowel naar kenmerkende als kleurrijke wetenschappelijke, alledaagse en algemene begrippen gezocht [ noot ].
|
^
Animatie 2. FUNCTIE & EIGEN WERELD gezichtspunt:
|
![]() |
Vanaf de aarde zien wij, tegen de achtergrond van de universele ruimtetijdstructuur
(2.1), de structuur van het zonneorganisme met zijn onafgebroken van plaats veranderende
planeten en andere objecten (2.2) binnen haar zwaartekrachtveld. De aarde draait en verschaft zo iedere plaats op aarde zijn eigen coördinaten van unieke ruimtetijd. Als zich een nieuw proces of cyclus voordoet verbindt het zich aan de coördinaten van die bepaalde plaats en tijd en voorziet zich daarmee van zijn eigenschappen van ruimtetijd, zijn individuele capaciteiten. Dit unieke oriëntatiepunt van ruimte en tijd (waar de noord/zuidlijn (2.3), die tevens de tijd aangeeft, de oost/westlijn kruist) wordt Ascendant genoemd (2.4) [zie ook structuurlijn #13: oriëntatie op de draaiende aarde]. De Ascendant is de oorsprong van de 12 fasen van het proces. Van daaruit begint een proces zijn eenmalig bestaan (2.4), ontwikkelt zich samen met zijn wisselende omgevingen, reageert op verandering, veroorzaakt verandering als de tijd er rijp voor is en verwezenlijkt zijn doel(en) (2.5-2.27). Het volgt, naar het schijnt, net als de planeten 'zijn rechte pad in gekromde ruimte'. Het speelt, en al doende ontdekt het zijn plaats.
|
^
Animation 3. UNIEKE PROCESSEN:
|
Processen starten, zoals we zojuist hebben gezien, vanuit hun individuele standpunt in
ruimtetijd temidden van wisselende omgevingen. Na het gezichtspunt van buiten een enkel
proces, verplaatsen we ons gezichtspunt nu binnenin enkele processen met verschillende
Ascendanten. De planeten, gezien als functies, zijn verwant aan een van de twaalf
domeinen van principes of grondbeginselen. Naar gelang hun posities verschuiven en de
relaties tussen hen veranderen, verandert het karakter van zowel de functies als hun
combinatie met de principes en daarmee ook de invloed of actie die zij voortbrengen. Deze reeks bestaat voornamelijk uit (geboorte)gegevens die in de patronenlijn als voorbeelden zijn gebruikt, aangevuld met enkele exact gedocumenteerde historische gebeurtenissen. Het begint met Albert Einstein die, hoe passend, start vanuit zijn fysiek bestaan, het vierde beginsel.
|
![]() |
De Ascendant duidt, zoals blijkt, de start van een proces of
een actueel voorval aan: zijn aanwezigheid in de tijd. Het eveneens
zichtbare, kennelijk aanwezige, doel van het proces, het "raison d'être" ervan,
is de functie of groep van functies met de grootste invloed binnen het gehele proces
waarin de verwijzingen samenkomen. De MAAN (de zich ontwikkelende aard van het bestaande, van de deelnemer) verplaatst zich in de loop van een dag +12 graden. Dit betekent dat haar relatie met en verwijzing naar andere functies geleidelijk zal veranderen. Als dit ook een overgang naar het volgende domein inhoudt moet dat een herkenbaar verschil geven. In de nummers 2, 4, 7, 11, 12, 14 en 16 is de ontwikkeling van de basis van dit proces duidelijk zichtbaar. Het verwijspatroon wordt, zover ik weet, momenteel weinig toegepast in de astrologische praktijk, waarschijnlijk omdat het minder betrouwbare informatie biedt als het aan een van de geconstrueerde systemen (met ongelijke huizen) wordt gekoppeld. Toegepast binnen de fasenstructuur van het proces, echter, verschaft het waardevolle informatie, zoals de twee versies in deze animatie #3 (van functie in domein naar functie) en die in de patronenlijn (van fase/werkterrein naar functie) tonen.
|
^ Animatie
4. ONTWIKKELING in de TIJD:
|
![]() |
Hier zien we dus een persoonlijke verandering binnen het oorspronkelijke
verschuivingspatroon. Het verwijspatroon is hierdoor tot een geheel samengevoegd en de 9e
fase (ontwikkeling, product) is in relatie gekomen met het geheugen en de (on)verwerkte
ervaringen in de fasen 3, 4, 5, 11 en 12. Zowel de ontwikkeling van de eigen aard en de
voortgang van de mentale en fysieke ontwikkeling worden in het patroon weergegeven.
|
^
Twee technische kanten van individuele ruimtetijd: de ASCENDANT, 2 animatiesNa de ontwikkeling van de twaalf principes/grondvoorwaarden lag het voor de hand om die
cirkel als basis toe te passen en daar de Ascendant aan te koppelen, zoals in de animaties
2, 3 en 4 zichtbaar is. Dit in tegenstelling tot het in de astrologie gebruikelijke
huizensysteem met daarachter de tekens van de dierenriem. Het toont ook duidelijker het
karakter van het beginpunt van het proces en de relaties en verwijzingen tussen de
onderdelen ervan. |
Animatie 5. OVERDRACHTSPATRONEN:
|
![]() |
Deze serie van 24 delen (=processen) begint en eindigt om 10:30 uur. In
alle delen daartussen verplaatst de Ascendant zich door de verschillende
principes, de ongelijke snelheid is afhankelijk van de gekozen breedtegraad ofwel de
afstand tot de evenaar, in dit geval Ulm 48°23' Nb. Terwijl de aarde, in de loop van de
dag, de hele cirkel doorloopt verandert, dank zij de schuine stand van de aarde, het tempo
van de Ascendant. Alle fasen bewegen daarin mee en hun tijdsduur wisselt navenant, van
nature, ongeacht hun gelijke formaat; alle principes en functies zijn erin betrokken. In de loop van de dag verplaatsen de fasen van het proces zich ook: daarmee verandert de werkzaamheid van de functies etc. navenant. Zie hierboven, animatie 4.
|
^
Animatie 6. De DRAAIENDE HELLENDE Aarde:
|
![]() |
De aarde roteert regelmatig rond haar NZ-as; de
aanduider van de tijd (Midhemel of Medium Coeli) heeft 24:00 uur nodig om ±361° te
voltooien naar het begin van de volgende dag. De aarde zelf heeft, net als de andere
objecten, haar eigen ruimtetijdkarakter en functie binnen het kader van dit zonnestelsel. De
twee zijden van de aardbol bewegen zich in evenredigheid: de plaatsen A
en D wisselen om de 12 uur, net als de plaatsen B en C, van plaats. Als gevolg daarvan
zouden de Oost richtingen (Ascendanten) ongeveer gelijk moeten zijn terwijl de omgeving
van de aarde, de andere delen van het zonnestelsel in de eerste plaats, van plaats
veranderen naargelang de tijd vordert. B en C tonen die evenredigheid niet consequent.
|
^
Determinatie en Vrijheid: de relatie tussen individu en zijn omgevingenEen foetus, het ongeboren wezentje, besluit meestal zelf, op het geëigende moment, om de verbinding met de moeder te verbreken. Met de afsluiting van de bloedtoevoer verbreekt het de voedsel- en zuurstoftoevoer. Daarna moet dat ongeboren wezentje dus gaan ademen en daarmee baby worden. Dat kan al gebeuren voor de uitdrijving maar ook vrij lang daarna, zoals de 'dode baby in de doos' (Asuncion, Paraguay, 6 aug. 2013 'te vroeg geboren baby'), die ca. 4 uur later tot leven bleek te zijn gekomen, duidelijk heeft bewezen. Door zelf (samen met de omgeving, klaarblijkelijk niet alleen de dokter) het moment van ademen te bepalen wordt het een determinerend wezen (deelnemer), met gedetermineerde kwaliteiten in ruimtetijd. Het komt terecht in ordeloze maar feitelijk coördinerende (deterministische) omgevingen, wat het dwingt om verantwoordelijkheid te nemen en voor zichzelf persoonlijke vrijheid te verwerven, en zo, bewust of onbewust, zijn taak uit te oefenen. Het doel van een proces, menselijk of geconstrueerd, is zijn aandeel in de ontwikkeling
binnen een breder kader, zijn reden van bestaan. Dat doel kan alleen dan bewust
worden gehanteerd en ervaren als de persoon een helder en echt zelfbeeld heeft kunnen
ontwikkelen. Hoewel gedrag, dus ook de mentaliteit, wordt beïnvloed en bepaald door
omgevingen, blijft geestelijke vrijheid een persoonlijke verworvenheid. Ik ben ervan overtuigd dat het universum een organisme is dat zich op natuurlijke wijze ontwikkelt. Het experimenteert met systemen en constructies, verkent grenzen, en botst op het feit dat er geen absoluten zijn, dat alles twee kanten heeft. Omgevingen stellen hun eigen grenzen. Inzicht in en kennis van de omstandigheden van een proces en dus de kans of een
individueel proces het gewenste doel of de vereiste condities zal kunnen waarmaken is
afhankelijk van de mogelijkheid om de Ascendant(en) vast te stellen.
|
^
Ten slotteEn zo is het beeld van de Principia naturalia universitatis, van de twaalf universele principes (grondregels als gedragslijnen) of basiswetten die algemeen gelden en binnen sociale organismen kunnen worden doorgegeven en onderwezen gecompleteerd: de relativiteit of samenhang, individuele positieve of negatieve taak of eigenwaarde, interactiviteit, de onvolledigheid, onderlinge afhankelijkheid, limiet van letterlijk alle processen; het universeel organisme van ontwikkeling [ noot ]. In feite is deze ruimtelijke methode een alles omvattende aanpak die, bovenal, ook het belang van alle gebieden van wetenschap dient, van zowel natuurwetenschappen als sociale wetenschappen en andere terreinen van gecompliceerde kennis. Daar het ook een vooruitgang is ten opzichte van de gebruikelijke tweedimensionale classificaties, zoals John Dewey's decimaal systeem, zal deze aanpak bij kunnen dragen aan communicatie en wederzijds begrip, kortom tot meer eenheid in kennis. Niet alleen de grondbeginselen, maar ook de ingrijpende wijziging in de structuur van het astrologische model (van de huidige vorm terug naar de oorspronkelijke Babylonische astrologie) is gebaseerd op de unieke eigenschappen van processen. Het beschrijft hun ontwikkeling in ruimtetijd en relativiteit, de (wederzijdse) betrokkenheid met wisselende passende omgevingen, en de correctie c.q. aanduiding van fouten daarin. Ik wil graag benadrukken dat dit alleen mogelijk is geweest dank zij de inspiratie van Johan Huizinga's 'Homo ludens' (en John Dewey, A.N. Whitehead, G. Cardano, H. Marcuse en veel anderen), en de sporen van structuur in de code van de natuur in nummers & logica, muziek en kleuren en in het oude Babylonische, Chinese, Maya- en Inca-denken. Dit alles, samen met een breed scala van eigen ervaringen van ruimte & tijd, orde & chaos, wederkerigheid & algemene afhankelijkheid, van ongelijkheid & gelijkwaardigheid, heeft de persoonlijke herinneringen gevormd die nodig zijn voor een taak als deze. Ik kan weer doorgaan en in de laatste drie delen van de themalijn (beginnend met #34/10) denken over de grondbeginselen, maar nu over de consequenties ervan en dus als recensent van mijzelf: hoe hebben zekere invloeden en de zekerheid van 'toevalligheden' mijn ontwikkeling gestuurd?
|
^
Koppelingen naarzine 6/2: Structuur: een dynamisch proces,
|
^ |
Addendum: |
![]() |